ergoYOU 

doe er ZELF wat aan

 

Samenvatting van de lezing op het
Symposium Oefentherapie Cesar
DE VOET ALS STANDPUNT
op 27 maart 1993
in De Reehorst te Ede 


De voet, van standpunt tot speelruimte


De voet als standpunt. Dat klinkt vrij statisch, maar in werkelijkheid is voetenwerk meestal heel dynamisch. Zelfs bij (ogenschijnlijk stil) staan.

Want als een mens staat, dan moet hij zijn hele lichaam(s-gewicht) continu boven zijn steunvlak houden. Anders valt hij om.

Het lichaamsgewicht is min of meer gelijkmatig verdeeld over het hele lichaam. Als het lichaam niet (of slechts heel langzaam) beweegt, dan kunnen we net doen of alle gewicht is geconcentreerd in één punt:
het massamiddelpunt (mmp).

Bij rechtop staan bevindt dat mmp zich ongeveer midden in de buik.

Het steunvlak kunnen we zichtbaar maken als we op de grond een stuk touw strak om de voeten leggen. Het gebied binnen het touw vormt het steunvlak.

Als we nu een schietloodje aan het mmp zouden kunnen bevestigen, dan moet dat schietloodje binnen het steunvlak blijven.


Mensen staan nooit helemaal stil. Ze wiebelen voortdurend een beetje heen en weer. Als het lichaam(sgewicht) te ver naar voren dreigt te vallen, dan worden de tenen in de grond geduwd. Het feitelijke steunvlak komt daardoor vóór het mmp te liggen. En dus gaat het lichaam naar àchteren vallen.
Als het lichaam(sgewicht) te ver naar achteren dreigt te vallen, dan worden de hakken in de grond geduwd. Het feitelijke steunvlak komt daardoor àchter het mmp te liggen. En dus gaat het lichaam naar vóren vallen.
Dreigt het naar links te vallen, dan wordt de buitenrand van de linker voet wat in de grond geduwd. Dreigt het naar rechts te vallen, dan wordt de buitenrand van de rechter voet wat in de grond geduwd. Enzovoort.


Het (stand)punt blijkt in werkelijkheid een (steun)vlak te zijn met snel wisselende steunpunten. En hoe groter het steunvlak, des te groter de speelruimte om overeind te blijven.


Bij lui staan bevindt het mmp zich boven de enkels. Bij "paraat" staan bevindt het mmp zich boven de voorvoet.


Vanuit de "paraathouding" kun je heel gemakkelijk in beweging komen: Als je ophoudt je voorvoet in de grond te drukken en alleen nog op de hakken steunt, dan val je vanzelf naar voren. Als je dan beurtelings een been naar voren zwaait , de bijbehorende hak op de grond zet en de voet afwikkelt naar voren, dan hobbel je vanzelf verder. En dat heet lopen.


Soms komt zo'n hak onverwachts neer op een plek die glad is
(ijzel, olie, etc). Zo glad, dat die hak niet blijft staan, maar wegglijdt.
Je hebt dan een gerede kans om een been te breken.
Op die manier belanden in Nederland elke winter gemiddeld 200 mensen langdurig in het ziekenhuis.


Soms komt zo'n hak neer in een gat. Bijvoorbeeld: een trottoirtegel die een centimeter of zo verzakt is. Dat gebeurt dan met een meer of minder grote smak. En dat kan soms door je hele skelet heen dreunen tot in je hoofd.


Je kunt proberen dergelijke klappen op te vangen door verend neer te komen. Dat moet dan wel op voorhand, want als je mèrkt dat het fout gaat is het te laat om er nog iets aan te doen.


Er zijn deskundigen die beweren dat je kunt veren door het buigen van je knieën. Maar praktisch werkt dat pas echt als je doorbuigt tot een soort ski-houding. En zo lopen maar weinig mensen.


Er zijn deskundigen, die beweren dat je kunt veren in het voetgewelf als je je voeten vlak neerzet. Maar dat effect is vergelijkbaar met de vering van een lekke fietsband. Al is het rubber van de band nog zo elastisch, het blijft veel te weinig om de oneffenheden van de weg op te vangen.


Er zijn deskundigen die beweren dat je kunt veren met je bekken: Als je op een been gaat staan, dan laat je de andere kant van je lichaam nog wat doorzakken. Je gebruikt je lendenspieren dan voornamelijk passief. Alsof ze een beetje lam zijn.
Lamlendig dus.


In de praktijk komt dat veel voor.
Theoretisch-mechanisch zou het allemaal misschien nog kunnen ook. Maar praktisch-biologisch hou ik er moeite mee.


Wat in de praktijk ook veel voorkomt, is het krommen van de thoracale wervelkolom. Dat geeft wat extra vering voor het hoofd. Maar het veroorzaakt wel vaak hoofdpijn, nek- en schouderpijn, lage rug pijn, slechtere ademhaling, slechtere bloedcirculatie, slechtere spijsvertering, degeneratie van de onderste twee lumbale tussenwervelschijven. En echt gezond lijkt dat dus ook niet.


Misschien is het dan toch gezonder om gewoon met de enkels te veren. Net als alle andere (land)zoogdieren.

Bij de mens (als tweevoeter) gaat dat dan als volgt:

  1. -op blote voeten

  2. -landen op de buitenkant van de voorvoet

  3. -door de enkel zakken tot de hiel soepel op de grond komt

  4. -ondertussen de voorvoet afwikkelen van buiten naar binnen

  5. -naar voren laten vallen vanaf de hiel

  6. -en afzetten met de grote teen.